Time Convert

Drum 'n' Basement, 22.30 tot 23.00

De catacomben van De Oosterpoort krijgen bij elke Noorderslag-editie een andere naam, afhankelijk van de muziek die nu weer centraal staat. Drum 'n' basement is wel de mooiste in elf jaar Noorderslag. Dat komt niet alleen door die fraaie woordspeling. De naamgevende stijl, drum 'n' bass, staat voor een de meest opwindende ontwikkelingen in de popmuziek. Echt waar: de snelle opmars van drum 'n' bass heeft velen weer doen geloven in de vitaliteit van de hedendaagse popmuziek. En het is een goede zaak dat het drum 'n' bass-virus nu ook al tot de lage landen is doorgedrongen. Logisch dus dat de symptomen daarvan op Noorderslag onderzocht zullen worden... Wat is dat krek, drum 'n bass? Grofweg gezegd: hetzelfde als jungle. Dat was het etiket dat aanvankelijk aan deze muziek gehangen werd, toen het een jaar of drie geleden vanuit de Britse danswereld bovengronds kwam. Het feit dat iedereen het tegenwoordig over drum 'n bass heeft (oorspronkelijk stond die term voor een van de vele substijlen in het genre), is tekenend voor de razendsnelle mutaties waaraan deze muziek onderhevig is. Goed, dat werkt allemaal maar verwarrend en op een gegevem moment word je er goed duizelig van, maar van gebrek aan vitaliteit kun je de drum 'n' bass niet beschuldigen. Drum 'n' bass, dus. De hele scene is nauw verweven met de multiculturele Londense dans-underground, en dat is precies het leuke aan deze muziek. Eigenlijk stamt drum 'n' bass/jungle af van de Britse rave- ofwel hardcore-muziek, de harde variant van de techno en net géén gabber. Op een gegeven moment begonnen de slimsten van de klas (The Prodigy, onder anderen) hun snelle rave-stampers te behangen met breakbeats: versnelde ritme-breaks die vaak van hiphop-platen gejat werden. Die breakbeats werden steeds belangrijker. Je had zelfs een substijl die breakbeat genoemd werd, maar dat bleek achteraf slechts een fase in een belangrijke geluidsrevolutie. Op een gegeven moment was het zover dat het ritme de prominente rol van de melodie had overgenomen, en voor luisteraars met enig gevoel voor historie werd het toen pas echt spannend. Intussen was er ook al enige instroom van de reggae te signaleren. Dat was het moment dat de zwarte kids uit de Londense voorsteden massaal op het fenomeen doken en talloze piratenzenders in de weekenden volop ruimte gaven aan de nieuwe stijl. Karakteristieke jungle-tracks uit die periode (rond '93) kenden behalve die razendsnel ratelende breakbeats ook een zware, in half tempo meelopende baslijn, talrijke hallucinerende, aan dubreggae herinnerende geluidseffecten en soortgelijke `toast'-vocalen die je ook in reggae/ragga veel hoort. `Dub op dubbele snelheid': dat was dan ook de reactie van de slimsten van de klas op het jungle-fenomeen. Maar ergens was het jammer dat de eerste jungle-hit op naam stond van M-Beat featuring General Levy, want hun zeer ragga-istische Incredible was toen het uitkwam al gedateerd. De echte, vaak anoniem op hun zolderkamertjes voortploeterende drum 'n' bass-helden waren al stukken verder in hun grenzeloze experimenteerzucht. Want dat was en is het opmerkelijke aan de drum 'n' bass-revolutie. Het gaat hier niet slechts om een set verse ritmes waar je je nieuwe danspasjes op kunt oefenen, maar om niets minder dan een revolutie in klank. De laatste jaren is er nergens zo druk met geluidsmanipulaties geëxperimenteerd als juist in de drum 'n' bass. Het begint al met de ritmes. Bestaande breaks worden niet alleen versneld, maar ook, digitaal weliswaar, compleet verknipt en weer aaneengeplakt tot ritmetapijten waar je met je oren amper bij kan, laat staan met je voeten. Boven die woeste beats hoor je de meest onwaarschijnlijke geluidscollages, waarbij de muzikanten hun samplers en andere apparatuur zo te horen compleet binnenstebuiten hebben gekeerd. De fabrikanten van die apparaten zullen niet geloven dat hun geesteskinderen tot zulke surrealistische, maar effectieve klanken in staat zijn. De zucht tot artistieke prestaties en de bijbehorende erkenning is de drijfveer achter de beroemdste compositie die de drum 'n' bass-canon rijk is: Timeless, een ambitieus stuk dat zich in dik twintig minuten ontvouwt tot een staalkaart van de technische en creatieve mogelijkheden. De man achter Timeless is Goldie (al kreeg hij verregaande hulp van ene Rob Playford): de eerste, enige echte ster die de drum 'n' bass tot nu toe heeft opgeleverd. Zijn vrijerij met Björk en zijn gepeperde uitspraken leverden hem zelfs prominente spots op in de roddelpers. Maar achter zijn worstelingen met de media verdringt zich weer een nieuwe generatie. Sommigen zweren bij de harde, dansvloergerichte stroming, ook bekend als hardstep of techstep, anderen zetten een nieuwe experimentele traditie op. Bovendien dringen invloeden uit de drum 'n bass steeds verder door in allerlei andere muziek. Dankzij het fenomeen remix - het wachten is nog op een drum 'n' bass-remix van Marco Borsato - of middels meer subtiele beïnvloeding over en weer. Want dat is namelijk de staat waarin de hedendaagse muziek zich bevindt: het is een hybride waarin het een komen en gaan is van allerlei invloedssferen. Drum 'n' bass, zelf ontstaan vanuit een woest kolkende hybride van stijlen, vaart wel bij die ontwikkeling en laat zich graag en moeiteloos combineren met allerlei stijlen. Een combi waarvan we nog wel wat kunnen verwachten is die met jazz. Op zich wel logisch, omdat de breaks veelal afkomstig zijn uit de jazz, funk en jazzfunk. De manier waarop ze verknipt zijn, doet uiteindelijk sterk denken aan de complexe ritmepatronen van de beste jazzdrummers. Maar zelfs de meest virtuoze drummer zal de grootste moeite hebben om de snelle, ingewikkelde ritmes die uit de knip- en plakcomputer komen rollen bij te houden, al zijn er nu toch slagwerkers die die uitdaging aangaan. En ook andere jazz-instrumentalisten laten zich inspireren door de ritmische mogelijkheden die drum 'n' bass te bieden heeft. Ondanks het abstracte, experimentele karakter van veel drum 'n' bass is het genre populairder dan ooit. Wie anno '94 nog durfde beweren dat het hier om een ordinaire hype ging die in minder dan geen tijd weer in anonimiteit zou verdampen, zal dit jaar met het schaamrood op de kaken moeten toegeven dat drum 'n' bass zijn plaats in het landschap van de populaire muziek terecht heeft ingenomen. En wat gebeurt er intussen in Nederland? Genoeg. Een vroege compilatie van polderjungle op Ray Slijngaards Raymar-label zette nog weinig zoden aan de dijk, maar sindsdien zijn er steeds meer mensen opgedoken die zich met drum 'n' bass bezighouden. Als DJ, als muzikant. Urban Dance Squad toert met een stoet drum 'n' bass-DJ's als voorprogramma en zelfs het Amsterdamse house-bolwerk Roxy heeft al een drum 'n' bass-avond, dus het buurthuis bij jou om de hoek zal binnenkort wel volgen. Simm Alley (met het Groninger technofenomeen Johanz Westerman in de gelederen), Grote Prijs-winnaar Theremin, Opex, Amp Error, Drum Origins en een aantal DJ's geven deze muziek haar welverdiende plek in de Noorderslag-programmering en zullen de fundamenten van De Oosterpoort danig op de proef stellen, daar in het Drum 'n' basement.