MAIN . NOORD . WEST . MID . OOST . ZUID

10 Jaar Noorderslag

Noorderslag bestond tien jaar. Goed, het is nog geen Pinkpop of North Sea, maar de volgende eeuw wordt absoluut gehaald. In die tien jaar heeft Noorderslag zijn bestaansrecht ruimschoots bewezen, al was het maar omdat de kaarten steevast van te voren zijn uitverkocht. De formule van Noorderslag is een ijzeren formule.

Wat is die formule dan? Dat is een open deur voor iedere regelmatige Noorderslag-ganger. Dit festival biedt een redelijk betrouwbare graadmeter voor de staat van de Nederlandse pop, en dan vooral voor zover die gestalte krijgt in en vanuit het clubcircuit. En aan het feit dat de Oosterpoort ook dit jaar weer uitpuilt met zo'n 35 bands in de meest uiteenlopende stijlen, kun je al opmaken dat het goed gaat met de pop uit eigen land. Maar de graadmeter laat zich uiteraard pas goed aflezen als je die bands ook daadwerkelijk te keer ziet gaan. En dat is juist het leuke van Noorderslag, dat je van zaal naar zaal kan zappen en zo in een keer weer flink bij bent.

Alle, nou ja, bijna alle Nederlandse bands willen graag op Noorderslag spelen. Pers en platenmaatschappijen reizen massaal af naar Groningen. En tegenwoordig wordt ook de Europese pop enigszins in perspectief gezet door middel van Euroslag, de avond voor de grote dag.

Het is overigens niet voor het eerst dat bands van buiten de landsgrenzen doordringen tot het Noorderslag-kader. Sterker nog: zo is dit festival ooit begonnen. Tien jaar geleden trok een aantal vooruitziende geesten hun conclusies uit de creatieve vorderingen van popgroepen in Nederland, maar ook in België. En op 4 januari 1986 bood de Oosterpoort dan ook ruimte aan het Holland-België-festival, waarvan de formule verder niet uitgelegd hoeft te worden. Het wedstrijd-element dat in de naam zit was officieel een geintje, maar officieus wonnen de Nederlanders glansrijk.

Een jaar later was er opeens sprake van een fikse bloei van Groninger en vooral Friese groepen. Het waren de hoogtijdagen van de Friese Bries, zoals de aanstormende horden groepen uit het land van pompeblêden en fierljeppen (The Visitor, Christ In Concrete, It Dockumer Lokaeltsje) in de media werd gedoopt. Opnieuw reden voor een robbertje muzikaal stoeien in festival-verband: het noorden tegen de rest van het land. En voor het eerst verscheen de naam Noorderslag in de annalen. Van een officieuze uitslag was overigens geen sprake meer: muziek verbroedert tenslotte en zo stortte ieder zich in het feestgewoel.

Vanaf 1987 was het steeds raak met Noorderslag, zo begin januari. Op èèn uitzondering na: 1989 moest het zonder Noorderslag stellen omdat enkele maanden daarvoor de Oosterpoort was bezet door het Eurorock-festival. Bij die gelegenheid werden groepen uit verschillende Europese landen aan het publiek voorgesteld. Het was een dappere en interessante poging om de Europese pop aan het Angelsaksische keurslijf te onttrekken, maar zoals we straks zullen zien, was Groningen daar iets te vroeg mee.

Zo vanaf 1990 raakte Noorderslag steeds dichter bevolkt. Dat geldt voor de bezoekers, die de Oosterpoort in steeds groteren getale weten te vinden, maar ook voor de bands. Kostte het aanvankelijk immers de nodige hoofdbrekens om het affiche vol te krijgen, de laatste jaren moet de programmacommissie de speelgrage bands (soms letterlijk) van zich af slaan. En dat zegt natuurlijk al iets over de vorderingen die de Nederlandse pop de afgelopen jaren gemaakt heeft. Er is een flink publiek voor en er komen steeds meer leuke bandjes. Die bewegen zich bovendien in een steeds breder spectrum van stijlen.

Je hoort wel eens beweren dat Noorderslag een rockfestival is, dat andere stijlen een beetje links laat liggen. Nu valt inderdaad wel hard te maken dat dit festival zijn wortels heeft in de Nederlandse rockcultuur, om de doodeenvoudige reden dat die sector lange tijd dominant was in het vaderlandse clubcircuit. En rock in alle geledingen mag vermoedelijk wel de hoofdmoot van de Noorderslag-programmeringen zijn geweest in de loop der jaren, maar het festival heeft nooit de ogen gesloten voor andere ontwikkelingen.

Zo was er al in 1988 een fiks contingent Nederlandse rappers te horen en sloeg de Nederhouse enkele jaren later flink toe. De huidige hausse aan funky en jazzdance-achtige bandjes werd twee jaar geleden al gesignaleerd in de Groove Club, de dekmantel voor het Oosterpoort-restaurant waar zich andere jaren zulke verschijnselen als solistische singer-songwriters en campy smartlappenzangers voordeden (bij die laatste categorie moest schrijver dezes eens flink slikken, maar goed, men had wel Jacques Herb weten te strikken, dus het gebeurde wel goed!). Waarmee maar gezegd wil zijn dat de actieve popbeoefenaren in Nederland tegenwoordig verder kijken dan rock en Angelsaksische voorbeelden alleen. Nederlandstalige rock, Nederlandstalige punk, Nederlandstalige hiphop: het is aan de orde en het staat dus allemaal wel op de komende Noorderslag. Net als de nieuwe, elektronische en instrumentale dansmuziek, zeg maar poldertechno. Ook deze stijl heeft zich onttrokken aan de Angelsaksische dominantie, hetgeen alleen al hieruit blijkt dat verscheidene Nederlandse technoïden met veel gejubel gesignaleerd worden in de internationale muziekpers.

De Nederlandse pop mag dus terecht bogen op een zeker zelfbewustzijn. Dat overstijgt de grenzen, op meerdere manieren. Ten eerste behoren Nederlandse artiesten steeds vaker tot de uitstekend lopende exportprodukten en ten tweede groeit er elders in Europa een vergelijkbaar zelfbewustzijn. Daarom is het heel consequent om in Noorderslag-verband verslag te doen van dat groeiende pan-Europese zelfbewustzijn. Dat gebeurt weliswaar niet op Noorderslag zelf, maar een dag eerder, tijdens het vorig jaar voor het eerst gehouden Euroslag (ondertitel: European Showcase Festival) op verscheidene plekken in `Stad'. Daar presenteren verscheidene bands uit het buitenland (minus Engeland) zich aan het publiek. Een waardige opmaat voor de verrichtingen van onze landgenoten, een dag later.

En als alle betrokkenen dan de vruchten van hun uitputtende inspanningen plukken in de vorm van geslaagde en overbevolkte optredens her en der, is het natuurlijk erg verleidelijk om de Noorderslag een belangrijke of zelfs doorslaggevende rol toe te dichten in dat groeiende zelfbewustzijn en binnen- en buitenlandse aanzien dat net ter sprake kwam. Of dat werkelijk zo is, valt natuurlijk moeilijk na te gaan, maar op de keper beschouwd lijkt me dat net iets te veel eer.

In de carrière van een aantal groepen is hun optreden op Noorderslag wel degelijk een belangrijke mijlpaal geweest, zoveel is zeker. Dat gold destijds zeker voor Urban Dance Squad en De Boegies, dat gold later voor Nerve en De Kift, dat gold vorig jaar voor technomuzikanten als Speedy J, Sensurreal en Human Beings en voor de Fries-Haagse hardcore-poppers van Cooper en dat geldt in meerdere of mindere mate voor nog wel een fiks aantal bands, in het verleden en in de toekomst. Mits ze goed spelen natuurlijk, want zodra ze op het podium staan ligt de verantwoordelijkheid niet langer bij Noorderslag maar bij de bands zelf.

Wie tien jaar lang Noorderslag heeft gevolgd, zag 'n enorme massa bands aan zich voorbijstromen. Het ziet er niet naar uit dat die stroom binnen afzienbare tijd opdroogt. Dat is het bestaansrecht van Noorderslag, tot diep in de volgende eeuw.


naar boven page done by Iprecom